Paddenstoelen (Anton Chardon)

PADDENSTOELEN

Als ware het een doos bonbons
gaven mijn leerlingen een ons
of vier van verse paddenstoelen,
als blijk voor wat zij voor mij voelen.

Geplukt in ’t bos, in ’t vrije uur,
een gave van vriendin natuur.
Ze waren eetbaar, heel beslist,
want één van hen was specialist.

Ik schakel, kritisch is mijn zin,
een bioloog-collega in.
Hij controleert het in de boeken,
en hij, de christen, ging haast vloeken:

Verdorie, Anton, weet dit wel,
ze zijn zo giftig als de hel!
Ik heb ze toen niet opgegeten,
mijn Latinistjes niets verweten.

Zo spaarde ik ons allemaal:
mij van het graf, hen van ’t journaal.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *