KOMT ALLEN TESAMEN
Adeste fideles
Met kerst schuifelen de kerken vol. Als ooit
de herbergen van Betlehem toen er een kind
geboren moest op stro en doeken in een stal
Om dat verhaal achteraf willen klanken
ademhalen, in mij dalen, ik vouw mezelf
de banken in en de muziek begint
Ze zijn er allemaal zie ik: Maria die op woorden
kauwt, hun kern bewaart en Jozef die erbij
gebleven is, de vorst der engelen in een krib
Herders door het middenpad met lammetjes
schapen, het blaat en leeft, ik zie het hoekje waar
de oude Simeon zijn vaste plekje heeft
Anna lachrimpelt als ze me ziet, ze is er elke dienst
alsof ze zegt: wie er altijd is, mist het bijzondere
niet. Dan zingen we een lied dat iets vermoedt
van alles wat niet hoeft, ik laat me op de echo
van aanbidding meevoeren tot de gestalte
van die ko-ho-ning, proef hoe zoet hoe goed