Helder licht (Ati van Gent)

De winter is nog jong, en er valt sneeuw.
Het is te vroeg. Wij willen dat met kerst, een witte sluier die de aarde zal omhullen. Een film die alles mooier schijnen doet.

De deuren dicht, de kaarsen aan, alles
is fijn, en morgen gaan we sleeën
in het bos. Misschien zien we een zwijn of – ook goed – een konijn. We vragen de buurvrouw mee, die is alleen.

We zoeken niet meer naar de ster.
Zo ver weg en dan nog: wie weet het zeker?

Totdat het perspectief gaat kantelen en er een ander, helder Licht gaat schijnen.