LOFZANG VAN SARA
tot op de draad versleten
en vergeten
mijn zwarte gatenbestaan
maar
bij mijn tegendraadse God
is genade schering en inslag
Hij weeft leven
en wanneer de pinnen van mijn tent
wiebelen als tandjes in een melkgebit
lach ik even
want ik weet
nieuw leven
wordt straks uit de doeken gedaan
tot op de draad versleten
nooit vergeten
ik trek mijn bruidsjurk aan