MOLEN TE FORMERUM
ik ken ze
de generaties boeren van dit land
de eeltige verhalen
van hun aangespoelde levens
onder de grote lucht
tussen de zandkorrels en zoute stormen
zij verdwenen
ik mocht blijven
in ruste, maar niet vergeten
ik mag me gelukkig prijzen
er zijn er die langzaam wegteerden
stoppels op een verwaarloosde akker
die in het stilstaan gingen malen
en als oud vuil roemloos zijn geruimd
ik mag niet klagen
maar toch zou ik mij nog eenmaal
willen overgeven
aan een straffe zilte wind
vanuit het noordwesten
vol in het gezicht
nog eenmaal het bonken voelen
het dreunen, kraken en stampen binnenin
nog eenmaal
tot bestemming komen