DE BORDUURSTER UIT EGYPTE
Een mummie met haar tenen bloot
een kleine vrouw die van borduren hield
of niet?
Zij deed het voor het daaglijks brood
Hoe ligt dit lijk te kijk
zo tenger en zo taai, tot leer gelooid
de doeken om haar lijf geplooid
vlak na haar dood
Het lichaam in een kist gelegd
en die wéér in een kist
en dan voor eeuwig in het graf
Maar toch gevonden
ontvreemd en in ’t museum neergelegd
in glazen kist, onteerd, geschonden
Zo schaamteloos opgebaard
en blootgesteld aan blikken
van mensen die niet voor haar bidden
Een schaartje aan haar zij
naalden erbij
om te borduren, na haar dood
Sneeuwwitje word toch wakker
Talitha koem
borduurster, bid voor mij