KRAAM
Mijn lammetje, geboren in dit beestenlogement,
ik kon het bijna niet geloven dat jij het bent,
het reddertje waarop de wereld wacht,
want elke moeder ziet toch in haar kind
een godsgeschenk! Waarom dan jij, waarom
van mij?
Maar nu de kraam begonnen is, wildvreemde
mensen aan de staldeur staan, geharde
en geleerde mannen deze nacht voor jou
verbijsterd op hun knieën gaan, geef jij
mijn droom betekenis, word jij het godsgeschenk
dat waar en weerloos is.