De zalving van Maria (Ria Borkent)

DE ZALVING VAN MARIA

Moed en liefde welden in haar op
binnen de schaduw van zijn dood.
Zij brak de tuit van de karaf
en goot royaal de balsem uit.

Zoete adem geurde door het huis,
zei woordeloos: U bent mij lief,
zo kostbaar bent U, redder-vriend,
die ik nu aan de dood verlies.

Wolk van weldaad, fluister en doortrek
de wereld als een ademtocht,
een geur, waarvan niets hoeft bewaard
dan de herinnering aan haar.

Lof, aanbidding – met Maria mee
wil ik iets geven, iets van mij,
want Hij gaf alles tot Hij brak;
wie goot zijn leven uit als Hij?