HET SCHIP MET GELD
Het wondere wereldwijde web verwart hem steeds meer. Joris verbeeldt zich in de schemer in een bos te dwalen en niet meer te weten hoe eruit te komen. De herkenningspunten zijn vervaagd. Een toestand zonder uitzicht.
Het liefst zou hij de hele www-boel over boord gooien en zich beperken tot het lezen van het papieren boek en de papieren krant. Maar zo zit de wereld niet meer in elkaar. Een e-reader en iPad zijn aan te bevelen in bed en op reis.
Er speelt voor hem meer mee. De gedachte laat hem niet los dat in de maand februari het schip met geld uit de Verenigde Staten arriveert. Niet dat Joris daar op rekent. Het zou kunnen. De gedachte is plezierig. Je mag er van dromen. Dat brengt inderdaad een ingewikkeld digitaal gedoe met zich mee. Hij heeft het er voor over. Dromen mag ook in deze voortdenderende eeuw.
Tien jaar geleden schreef Joris het boek Kinderpraat. De oplage was beperkt: bestemd voor vrienden en relaties, en voor zijn kleinkinderen. Kinderpraat is geen kinderboek, maar een boek met verhalen over kinderen, die je altijd weer verrassen.
Het is een mooie uitvoering geworden. Zoals het gaat met weggeef-exemplaren: ze vliegen de deur uit. Joris is slechts nog één Kinderpraat rijk. Een gouden bezit. Verder wenst hij geen gedoe rond dit boek. Zeker niet digitaal. Joris verlangt rust.
Dat was hem gegund totdat via mails werd voorgesteld Kinderpraat in de VS uit te geven. In het Nederlands wel te verstaan. Een nieuwe markt lag open. Het zou een succes worden. Immers aan de andere kant van de Atlantische Oceaan heerst de nostalgie; menig lang geleden geëmigreerde oudere landgenoot zou het boek met tranen in de ogen lezen.
Een mooie kans. Voorwaarde was dat hij zou meebetalen aan de promotie. Wie de zuinige Joris goed kent, zal het niet verbazen, dat hij deze affaire heeft gelaten voor wat ze was. Hij had er geen bezwaar tegen dat zijn boek aan de andere kant van de grote plas verkocht en gelezen werd, maar om de promotie te gaan bekostigen? Daar is de uitgever voor.
Het schip met geld was nog ver weg.
Inmiddels kwam men in de VS ook tot het inzicht dat een boek in het Nederlands het in het Engelse taalgebied niet zou doen. Nederland is geen wereldrijk meer. Engels is een wereldtaal. De Amerikaanse uitgever had een beter idee: Kinderpraat in het Engels.
Er volgde weer een bombardement van mails met de voorwaarde een bedrag te gireren. De vertaling kostte geld.
Joris bleef vasthouden aan zijn principe, hoewel er kans was een auteur van wereldklasse te worden.
Joris droomde verder over Kinderpraat, maar het schip met geld bleef achter de horizon. Hoewel, de mails uit de VS hielden aan. Ze af te doen als ongewenste reclame, er geen aandacht aan te besteden en ze via de prullenmand de eeuwige vergetelheid in te sturen was niet verstandig.
Zo ontging hem niet een in een andere toon gestelde mail van een nieuwe afzender: Anthony. Die meldde dat Kinderpraat was vertaald.
„Ik geloof ze niet. Dat wil ik eerst wel eens zien”, reageerde zijn partner.
Ze hadden de mail niet nauwkeurig bekeken. Er was een aanhangsel bij, waarop geklikt moest worden. Een pdf sprong op het scherm. De volle waarheid. Een voorproef van de vertaling van Kinderpraat in het Engels.
Kinderpraat was Baby Talk geworden.
Joris herhaalde de nieuwe titel hardop. Luid en duidelijk. Baby Talk. Twee woorden. Beide met een hoofdletter. Het klonk hem als muziek in de oren.
Anthony verlangde dat hij binnen twee dagen eventuele correcties zou doorgeven, want aan het eind van de week ging de vertaling naar de drukker.
Het schip met geld en roem stoomde Joris’ dromen binnen.
Een kopie van de print van Baby Talk mailde hij naar zijn dochter (haar kinderen komen in het boek voor) met het verzoek kritisch naar de tekst te kijken. Zij is goed in Engels en heeft er in gebladerd. Haar oordeel was vernietigend. Het Engels was belabberd. Kinderpraat. De Nederlandse tekst was door een vertaalmachine gehaald. De inhoud was verpest. Aldus de dochter.
Hij liet zich niet ontmoedigen. Binnen 48 uur stuurde Joris twee a-viertjes met correcties naar Anthony, die per kerende mail antwoordde dat ze waren aangebracht. De persen of de printers raasden.
De dromen naderden de werkelijkheid. Hoewel, hij legde de vertaalde Kinderpraat voor aan leden van de leesclub. Een deskundig gezelschap. Er worden alleen in het Engels geschreven boeken besproken. Joris zorgt altijd een Nederlandse vertaling in handen te krijgen.
Het oordeel van deze club was catastrofaal. Werk van de vertaalmachine. En dat, terwijl Joris de tekst in het Engels juist zo aardig vond.
Lees wat er op de kaft over de inhoud staat:
Children and fools tell the truth. It is the truth that is forgotten in this age of brawling politicians. Joris de Goede, following his retirement as a newspaper journalist, made the small, logical, and honest talk with the little ones in his work. His texts have, if you will, a background of psychology written in a literary style. A book not only for grandparents and parents, but also for anyone who loves children.
Als dat geen ijzersterke tekst is. Een stimulans om verder te dromen. En de stimulansen bleven komen. Elke werkdag drie mails uit de VS van Sarah, Jackie, Kerrin en anderen. Ze gaan maar door. De laatste verkoopster die zich meldde was Lindsay Jones. Ze was terug van zwangerschapverlof en zette op haar mail meteen een foto van haar vier maanden oude baby, die in een onmogelijk boodschappenmandje lag te slapen. Ze heet Ellie “the tweetest and prettigst thing I have seen”. Joris twijfelde daar niet aan.
Twijfels waren er overigens in overvloed. Als hij op de voorstellen in de mails was ingegaan, zat hij in Frankfurt op de Buchmesse van half elf tot kwart over elf in de morgen aan een tafeltje Baby Talk te verslijten aan een uitgever van welk land ook en aan mensen uit de filmwereld. Baby Talk zou als script zeer geschikt voor films zijn. Werd hem voorgehouden. Joris bleef thuis. De kosten van de drie kwartier aan het tafeltje waren 90 dollars. Voor zijn rekening. Zoals ook de reis naar Frankfurt en de overnachtingen.
Vooruit te betalen.
Niettemin lijkt het schip met geld op stoom te komen. Die films beloven wat. Sarah schrijft dat zijn boek „is no longer a read-alone product”. Ze stelt
– weinig bemoedigend overigens – dat het best kan zijn dat zijn boek niet te vinden is tussen de massa andere boeken. Maar dan nog kan Baby Talk juist het boek zijn waarnaar de filmwereld speurt.
Kan best zijn. Maar Joris is niet naar Frankfurt gegaan en heeft een uitnodiging voor een interview in Boston genegeerd. Hij bleef thuis.
Jackie maakte hem warm voor de Los Angeles Times Festival of Books en ook kon hij dichter bij huis naar de London Book Fair. De krant in Boston zou hem willen interviewen. Waarom was dat zo belangrijk? Jackie meldde hem dat LA op steenworp afstand van Hollywood ligt. Dan weet je het wel: de filmmakers en TV-producenten.
Sarah schreef niet alleen optimistische mails. Ze wees hem erop dat niet alleen Kinderpraat maar een miljoen andere boeken werden aangeboden. Er waren in de VS onlangs 60.000 titels in het Engels verschenen en 4.000 vertaalde boeken zoals Baby Talk. In een volgende mail gaf Sarah meer hoop. Zij berichtte dat er voor het boek een contract was afgesloten met de eigen vaderlandse Bol.com. Op de site van Bol was niets te vinden. Wat contract? Geen wonder. Uit principe had Joris ook aan deze actie geen financiële bijdrage geleverd.
Van Anthony hoorde Joris niets meer. De vraag besloop hem of Baby Talk werkelijk bestond. Hij had als troost een Engelse tekst. Er viel weinig meer te dromen.
Geen reden om de moed op te geven. Het speuren op het wereldwijde web gaf hij niet op. Hij werd beloond en vond het ISBN-nummer van Baby Talk.
Joris tikte de cijfers in de zoekbalk en daar verscheen uitgever „America Star Books”. Baby Talk bestond echt. Het boek sprong er uit. Bovenaan de lijst. Prijs $ 19.95.
Gekocht dus via internet. In het winkelwagentje laten deponeren. Hij had iets in zijn handen om verder te dromen.
En het schip met geld in februari?
Zeker is Joris van de verkoop van één exemplaar. En van € 1.50, zijnde acht procent van $ 19.95.
Wat moet dat worden? Het blijft dwalen in een donker bos.
Bert de Jong