Advent en Kerst 2015

Starry night

KIJKTAAL

Van de eerste ster tot de laatste ster
kijk ik naar de nacht, van ver tot ver
is er het duister dat de nacht
zijn glans geeft rond zijn sterrenwacht,
mijn nachtelijk kijken komt het binnen,
klein is het om in kracht te winnen.

Jaap Zijlstra

 

 

zwangere vrouw

MARIA OP REIS NAAR TANTE
Bij Lucas 1: 39, 40

Wat hij zei en hoe hij straalde,
zijn waterklaterstem,
het gevlinderfladder sindsdien;
eeuwenoude belofte ingelost in mijn jonge schoot.

Mijn gedachten lopen me voor de voeten,
rennen me vooruit, vliegen heen en weer,
links, vooruit, rechts, en weer terug.
Mijn gedachten haasten zich
naar een luisterend oor,
een hart dat begrijpt.

Wat ik haar zeggen zal
heb ik al honderdmaal bedacht
en telkens zeg ik hetzelfde,
maar dan anders.

Mijn hart maakt een sprongetje,
wanneer ik tante van veraf zie.
Daar staat ze bij een open deur,
vol van verwachting.

Dat is wat aanstaande is.

Henk van ter Meij

 

 

lights

SAMENZANG

In deze donkere dagen
zingen wij ons met
Zacharia, Maria en Simeon
naar het licht.

Al lovend
groeit Christus in ons.

Henk van ter Meij

 

 

VIER PRENTEN
(van Klaas op ’t Land)

Zacharias en de engel
Overweldigend was de verschijning van de engel aan Zacharias tijdens zijn dienst in de tempel. Hij werd met stomheid geslagen bij het horen van de ongelofelijke mededeling. Er staat ons wat te wachten!

 

Ontmoeting Maria en Elisabeth
De ontmoeting van Maria en Elizabeth. Maria zei: “De Heer wil ik dienen.” (Lucas 1: 38)

Ontmoeting Maria en Elisabeth 2

Johannes is zijn naam

Klaas op ’t Land

 

 

TIJD

Leven is bij haar niet vatbaar,
elke maand bloedt ze een beetje
dood. Een lege schoot, meer
heeft zij niet te bieden.

Geen zoon als priester van
de Allerhoogste. Geen nageslacht
dat de beloofde tegemoet zal gaan.
De Ene heeft besloten.

Als het woord van de Eeuwige
naar de aarde daalt, een man
met de mond vol tanden staat,
hoop en lijf gaan bloeien,

dan wordt gisteren morgen.

Ati van Gent

 

 

josef en maria

JOZEF

Ik word vader
in een stal,
het is niet eens
mijn eigen kind.

Maar het vreemdste
van het geval:
dat ik hier
mijn vrede vind!

 

MARIA

Ik word moeder
in een stal,
het is volop
mijn eigen kind.

Maar het fijnste
van het geval:
dat ik hier
mijn Redder vind!

Anton Chardon

 

 

 schaap

KAKOFONIE

Wat er ook als eerste klonk in pasgeboren oren,
het was vast minder vals dan het jengelen van jingle bells,
een potpourri gewijde klanken, ballades over eenzaamheid
en goedbedoelde kerst-cd’s van plaatselijke koren.

Wat hoorde hij? Misschien het loeien van een os,
het balken van een ezel,
het kloppen van een moederhart,
het blaten van een schaap
of toch: de zang van engelen.

Fiet van Beek

 

 

afbeelding bij kwetsbaar licht

KWETSBAAR LICHT
Bij: Marc Chagall/Charles Marq:
Maria 
mit dem Kind
(Pfarrkirche St. Stephan, zie afbeelding)

Geen moeder
met volle boezem
en warme schoot
kleurt het leven
in een ander licht,
geen engel,

maar het kind,
kwetsbaar
van terzijde
in glas omarmd.

De aarde bloost
hemelsblauw.

Jan Groenleer

 

 

afbeelding bij Madonna di Vladimir

MADONNA DI VLADIMIR
Icoon uit de 12de eeuw (zie afbeelding)

Moeder Maria, in uw ogen
lees ik verdriet,
hoe zwaar – ik heb het niet gewogen
en weeg het niet.

U ziet door mij heen in een verte
– duister en vaag –
uw kind als een man die de smarten
van de wereld draagt.

Wat kan ons troosten? Kinderhanden,
dit lief gezicht?
Devoot draagt u de offerande
naar een klaarder licht.

Jan Groenleer

 

 

afbeelding bij die stille nacht
DIE STILLE NACHT

lijkt soms zo ver
in ons wereldspektakel
duizenden op drift
zoekend naar een plaats
als eertijds

er was geen stilte
zelfs niet diep in de nacht
het volk moest geteld
herbergen overvol
soldaten op wacht
herders in het veld

toch verhaalt men
eeuwen zingend over
die stille heilige nacht

dat doet je stilstaan
dit lied doet je keren
niet naar de machtigen
maar naar dat kind
in stro en doeken
brenger van vrede

de nacht vol verwachting
het duurt niet meer lang

Mieke van den Berg

 

 

mfmr2LG

KOMT ALLEN TESAMEN
Adeste fideles

Met kerst schuifelen de kerken vol. Als ooit
de herbergen van Betlehem toen er een kind
geboren moest op stro en doeken in een stal

Om dat verhaal achteraf willen klanken
ademhalen, in mij dalen, ik vouw mezelf
de banken in en de muziek begint

Ze zijn er allemaal zie ik: Maria die op woorden
kauwt, hun kern bewaart en Jozef die erbij
gebleven is, de vorst der engelen in een krib

Herders door het middenpad met lammetjes
schapen, het blaat en leeft, ik zie het hoekje waar
de oude Simeon zijn vaste plekje heeft

Anna lachrimpelt als ze me ziet, ze is er elke dienst
alsof ze zegt: wie er altijd is, mist het bijzondere
niet. Dan zingen we een lied dat iets vermoedt

van alles wat niet hoeft, ik laat me op de echo
van aanbidding meevoeren tot de gestalte
van die ko-ho-ning, proef hoe zoet hoe goed

Ria Borkent

 

 

Bij HAUTE BODEUX René van Loenen

HAUTE BODEUX

Tussen boerenpanelen hangen draden
van knooppunt naar knooppunt,
levenloos slap in mager morgenlicht.

Er moet nog steeds verbinding zijn,
ook hier. Is daar iemand?

Niemand. Geen ander teken
dan ribbelprenten in de sneeuw.

Dan snijdt een hoog geluid de stilte
open, een roep die zich verplaatst,
de echo van een kinderstem.

René van Loenen

 

 

engelkerstboom

WITTE KERST WAS HET VROEGER ALTIJD

Moeder deed altijd een witte loper op de piano,
ze had de rode herten en de groene sparren
eigenhandig opgenaaid. De pittig zoete geur
van kruidkoek, dampend uit de oven,
kwam alle kamers doorgewaaid.

Vader bracht de boom mee
– die lag dan achter in de auto –
met als voet een vurenhouten kruis.
Dan mengde met de kruidkoek zich
de dennengeur in huis. En met z’n allen
tuigden we hem op, met piek,
maar – nota bene – zonder heidense symbolen!
Geen kerstman dus, maar wel een vogel,
en een engeltje zowaar. En witte lampjes,
en die schitterden als sterren
achter ’t zilveren engelenhaar,

Als ik mijn ogen ietsjes dichtkneep
ging de hemel voor me open.
Het was altijd een witte kerst!
In onschuld waren wij bij God
de vader en de moeder kind aan huis
en konden door het donker van die laatste week
vertrouwend, onbezorgd, zomaar het nieuwe jaar in lopen.

Ik ben mijn onschuld nu al eeuwenlang verloren,
en vele jaren al niet meer bij vader en bij moeder
kind aan huis. Maar in de kast ligt altijd nog die loper
en als het buiten donker wordt, dan hang ik
witte lichtjes in het raam en steek ik witte kaarsen aan
en haal een groene sparrenboom, geheel met nostalgie
behangen. Wat blijft is het verlangen naar een veilig thuis.

Henk Fonteyn

 

 

adelaar

IMMANUËL

Gerommel in de marge van het rijk
preludeert en geeft in geringheid blijk
van fuga’s die er eenmaal wezen mogen;
randschrift van een gekomen koninkrijk.

Alfred Valstar

 

 

2 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *