Verschenen in maart 2021: Mien moeke is n grieze vrijdagmörn
Bloemlezing uit de gedichten van Gerrit Achterberg, vertaald in het Gronings
door Fré Schreiber en Hans Werkman
Uitgever: Stichting Uitgaven Noord-Groningen
Aantal pagina’s: 84
Aantal gedichten: 35
Prijs van de bundel: EUR 9,75
Opgenomen is steeds de Nederlandse en de Grunneger versie
Voorbeeld van een vertaald gedicht:
Werkster
Zij kent de onderkant van kast en ledikant,
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.
Zij heeft zichzelve aan de vloer verpand,
om deze voor de voeten te versieren
van dichters, predikanten, kruidenieren,
want er is onderscheid van rang en stand.
God zal haar eenmaal op Zijn bodem vinden,
gaande de gouden straten naar Zijn troon,
al slaande met de stoffer op het blik.
Symbolen worden tot cymbalen in de
ure des doods – en zie, haar lot ten hoon,
zijn daar de dominee, de bakker en de frik.
Gerrit Achterberg
Maaid
Het wait van onderkaant van kaast en ledekant,
roegholten planken en vergeten goaten.
Zai voutjet op heur vaaier ledemoaten,
kropt krekt as daaier op heur vout en haand.
Zai staait mit vlouerplanken ien daip verband,
om t holt te hemmeln en deeg op te schieren
veur vouten van dichters, domies, krudenieren.
Der is ja onderschaaid van rang en stand.
God zel heur ainmoal trevven op zien boom.
Zai, over golden stroaten noar zien troon,
haauwt stoefdeur mit heur veger op motblik.
Taikens worden tou slagmeziek as t èn der heer is,
en kiek, ien t doodsuur staait heur lot veur spot:
zai treft doar preekheer, stoetjebakker en schoulfrik.
Vertoalen: Fré Schreiber & Hans Werkman