Najaarsvergadering 6 oktober 2018
Locatie De witte Huisjes in Bunnik
Aanwezig: René van Loenen, Irene Postma, Ati van Gent, Greetje van den Berg, Ria Borkent, Clemens van Brunschot, Jaap van den Beukel, Jaap de Gier, Hans Werkman, Kitty Op ’t land, Jan Groenleer, Anton Chardon, Fiet van Beek, Wim Zijlstra, Els Florijn, Saskia Schouten, Johan de Groot, Henk van ter Meij, Laura Reedijk, Sytze van der Veen, Alfred Valstar, Pauline Leenman (nieuw!), Wim Zijlstra, Dirk Idzinga en Mieke van den Berg. Gast: Rien van Gent.
Afgemeld: Sietsche Lyklema, Henk Fonteyn, Henk van Loenen, Len Borgdorff, Alfred Bronswijk.
Kaarten met goede wensen naar Jantje Bazuin, Jelle Tjalsma en Sietsche Lyklema.
Welkom en opening door voorzitter René van Loenen voor 24 leden, ons nieuwe lid Pauline Leenman en eregast Rien van Gent. René leest het gedicht Doxologie van Sytze de Vries.
Jaap de Gier: Wilhelmus (1)
Jaap deelt uit ‘Een nieu Geuzen Lieden Boecsken’, anno 1581, met het Wilhelmus, Jaaps oude liefde door de historische context.
De oertekst is nog steeds niet gevonden. Ad den Besten is op het Wilhelmus gepromoveerd. Martine de Bruin van het Mehrtens Instituut heeft er geweldig onderzoek naar gedaan. Geuzenliederen zijn verspreid op losse blaadjes, ze waren een gevaar voor wie ze bezat. De oudste druk waar we nu over beschikken is uit 1576, maar het moet ouder zijn gezien de belangrijke gebeurtenis in 1568, de slag bij Heiligerlee (couplet 4), die erin voorkomt en de tocht langs de Maas (couplet 11) in 1568. Geuzenliederen ontstonden kort na zo’n gebeurtenis. Een getuigenis uit 1573 van een Wilhelmus zingende schildwacht en een gezelschap op een schuit, de lof van de Prins zingend in 1574, zouden duiden op een ontstaan rond 1570. Onder de prent staat: Leve God, op de gezondheid van de Koning en het geluk van de Geuzen.
Het boeiende is dat je van de Godsdienststrijd niets tegenkomt in het Wilhelmus. Streven van Willem van Oranje was dat christenen schouder aan schouder zouden staan. Het ging niet tegen de koning (vers 1 en 13). Verwijt van tirannie geldt niet de koning, maar Alva (vers 11). Leiden is beloond voor het verzet met een universiteit, in de stichtingsacte wordt Filips genoemd als schenker. Willem was Prins van Oranje, graaf van Nassau. De prinsentitel gaf allure, al was het vorstendom Orange nietig.
Opstand, was dat een recht? In bepaalde opzichten, nl. als de wettige vorst een tiran blijkt te zijn (via de lagere overheden opwaarts, Calvijn, Beza). De dichter gaat dit probleem uit de weg en maakt Willem van Oranje niet tot een opstandige figuur. Het lied weerlegt beschuldigingen en eert Willem van Oranje als prinselijk. Feit (het was een opstand) en fictie (we komen niet in opstand) vloeien ineen. Auteur: Marnix van St. Aldegonde of Coornhert, hun namen duiken pas na dertig jaar op. Via voegwoorden-analyse kwam men bij het Mehrtens Instituut uit op Datheen. De oudste melodie is naar ‘de wijze van Chartres’, een spotlied van RK-zijde op hugenoten die de stad wilden innemen.
Pauze: lekker buiten koffiedrinken
Wilhelmus (2), gelegenheid tot vragen stellen
Vraag: Datheen staat bekend als hardliner die de koning niet eerde. Antwoord: Datheen en de prins zijn eerder goed bevriend geweest.
Vraag: Datheen heeft een slechte woord/toonverhouding in zijn psalmen. In het Wilhelmus kloppen de klemtonen wel. Antwoord: er zijn betere psalmteksten van hem bekend en enige gezangen. Maar het blijft een moeilijke zaak. Maljaars onderzocht Marnix’ auteurschap en vond dat strofe 6 niet past. Marnix hield vast aan Bist Du en dein.
Vraag: het is 450 jaar na de slag bij Heiligerlee. Bert Hofman gaat een andere kant uit wat auteurschap betreft. Zijn boekje is van regeringswege verspreid. Antwoord: we hebben alleen maar de tekst. Marnix blijft betwist tenzij een oudere tekst gevonden wordt met Bist Du.
Afscheid Greetje
Greetje heeft als secretaris enorm veel werk gezet voor de vereniging. René leest een Sonnet voor Greetje: ‘Het wordt hoog tijd om jou met een sonnet te eren, (…) je was het boegbeeld van ons Schrijverscollectief.’ Bloemen en veel dank voor Greetje! Nieuwe bestuursleden: Irene Postma (secr.) en Clemens van Brunschot (website). Eerste Druk gaat stoppen, omdat Website belangrijker wordt.
Privacywetgeving + website + ledenlijst
Clemens zegt: Nederland legt de AVG heel erg streng uit. Er moet een verwerkingsregister komen en een privacyverklaring met daarin o.a. hoe we als kleine vereniging omgaan met persoonsgegevens (het meer technische gedeelte over de website is alvast gepubliceerd). In de Voorjaarsvergadering, na de publicatie van het concept in de voorjaarsbrief, zullen we de privacyverklaring in stemming brengen. Dat kan dan een formaliteit zijn omdat reacties op het concept dan al verwerkt kunnen zijn. We willen het eenvoudig houden. Clemens verzoekt om het kenbaar te maken als je niet wilt dat een foto van vandaag gepubliceerd wordt. Na een vraag uit de zaal legt Clemens uit waarom we geen problemen met de Autoriteit Persoonsgegevens verwachten in verband met de datum waarop we compliant zijn.
Overige mededelingen van het bestuur
Gedichten en Verhalen komen niet rechtstreeks op de website maar via leesmaatje of via de Dichters- en Verhalendag waaruit suggesties ter verbetering worden meegenomen.
Verhalendag 27 oktober 2018, Dichtersdag 16 februari 2019 (datum aangepast na vergadering).
Poëziewandeling 9 maart te Culemborg: in contact met Schrijvenderwijs.
Els Florijn wordt gefeliciteerd met een subsidie, toegekend door het Fonds der Letteren. De Boekenkast van Laura was leuk om te lezen. René leest het Gebed voor de maaltijd van Sytze de Vries.
Lunch
Hans Werkman: Bekering van Achterberg
Hans leest het gedicht voor en gaat langs hobbelpunten. Hij vindt de titel Bekering niet zo gelukkig. Het had Vergeving moeten heten. Het is van 1941, ‘Uwe’ was toen al ouderwets.
Wat betekent ‘het hoog geheim’? Andries Middeldorp noemt het ‘het gruwelijk decreet van de predestinatie’. Het begrip ‘hoog’ is positief bij Achterberg. Het is een voorschot op de wending, de vergeving. De eerste strofe is in meervoud. Het vervolg enkelvoud. ‘Ik’ wordt gelinkt aan ‘de witte naam.’ Het gedicht is verbonden aan de tijd dat A. verpleegd werd als psychiatrisch patiënt in Rekken. Als kind was hij uit de hooiberg gevallen en had een hersenbeschadiging opgelopen. Hij is buiten vervolging gesteld na de doodslag op hospita in 1937 en kreeg t.b.r. Hij schreef de bundel ‘Zestien’. De ochtendwijding over Op. 7 van dr. Fontijn in Rekken trof hem: ‘Eenieder die zich bewust is van wat hij verkeerd heeft gedaan, kan op vergeving rekenen.’ Toen schreef A. dit gedicht.
Een nieuwe naam op een witte steen wordt bij A.: een witte naam. Gij is Jezus; Gij hebt tegenover God een witte naam genoemd met die van mij. Wit en stil is een Merode-combinatie, die we hier bij A. vinden. Weer Bijbelse beeldspraak: lendenen en geschoeide voeten (Ef. 6). In of uit het donker? Fontijn zei: na een ommekeer ben je uit het donker. Achterberg zag nog de dorre bloemen. Rodenko had voorkeur voor: in het donker. Het is een belijdend gedicht, opgenomen in ‘En Jezus schreef in ’t zand.’ A is geen christelijk dichter maar heeft het geloof niet achter zich gelaten. In hem was ook een christelijk dichterschap. Volgens Hazeu schreef A. het als poging om een wit voetje te halen bij Fontijn en uit het gesticht te komen. A. had de moed om zich vergeving toe te eigenen. Een bundel als deze is ook een biografisch feit.
Pauze + inloop gasten
Presentatie bundel Anton Chardon
Met veel gasten vieren we het feest van Anton. Fiet als uitgever heet allen welkom. Anton schrijft dagelijks gedichten en heeft een groot oeuvre opgebouwd. Fiet schetst hem als een geleerde heer (klassieke talen) die ‘light verse’ schrijft. Ze biedt hem de fraai gebonden bundel Ring van de Tijd aan, waarna Irene drie gedichten van Anton zingt die zij op muziek heeft gezet. René kenschetst het boek als een bloemlezing, hij interviewt de dichter, die uit zijn werk voorleest. Bij drankjes en gezellige versnaperingen ontvangen alle aanwezigen een gesigneerd exemplaar van de gulle dichter, die met dit gebaar afscheid neemt. Een mooie afsluiting van een toch al rijke dag met boeiende voordrachten.
Verslag: Ria Borkent
Foto’s: Dirk Idzinga, Clemens van Brunschot
(op de foto’s kan geklikt worden)