Verslag najaarsvergadering 2017

Najaarsvergadering 21 oktober 2017

Aanwezig: Fiet v. Beek, Greetje vd Berg, Mieke vd Berg, Jaap vd Beukel,  Len Borgdorff, Clemens v. Brunschot, Els Florijn, Ati van Gent, Jaap de Gier, Jan Groenleer, Johan de Groot, Dirk Idzinga, Bert de Jong, René van Loenen, Henk vt Meij, Irene Postma, Laura Reedijk,  Saskia Schouten, Alfred Valstar, Sytse vd Veen.
Gast: Rien van Gent
Afgemeld: Jantje Bazuin, Ria Borkent, Anton Chardon, Reinier Dorgelo, Henk Fonteyn, Henk v. Loenen, Sytsche Lyklema, Jelle Tjalsma, Hans Werkman, Wim Zijlstra.

Welkom door René van Loenen, in het bijzonder voor Ati van Gent, die samen met haar man Rien aanwezig is.

Len Borgdorff over De God van Nescio.
Het oeuvre van Nescio (pseudoniem voor Frits Gröhnloh) is klein. Vraag is: kun je hem christen noemen?
Woorden
De eerste zin van De Uitvreter: Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter.
Met de man die de Sarphatistraat de mooiste straat vond, verwees Nescio naar Frederik van Eeden, van wie hij een bewonderaar was. Dat had te maken met de kolonie Walden, die Van Eeden had opgericht. Hij wilde Nescio er niet bij hebben. Die stichtte zijn eigen kolonie, maar dat mislukte.
Lens aandacht voor de schrijver begon op zijn veertiende toen een lerares Titaantjes voorlas. De eerste regel is de essentie van het verhaal: ze willen wel anders, maar het lukt niet. Het gaat gedeeltelijk om historische personen. Vaak zijn het afsplitsingen van Grönloh zelf.
Stijl en ironie zijn belangrijk in zijn werk. In zijn persoonlijk leven spreekt het socialisme hem erg aan. Hij is een eenzelvig type. Als hij gaat zingen bij zangvereniging Sweelinck vraagt de dirigent hem na de eerste repetitie om niet meer te zingen maar de administratie te doen. Hij ontmoet Aagje, die zijn vrouw wordt en later Ossi wordt genoemd.
Bij de Holland Bombay Trading Company werkt hij zevenendertig jaar en brengt het van klerk tot directeur, ondanks regelmatige overspannenheid. Bij uitgeverij Dubois verschijnt zijn eerste bundel. In 1961, zijn sterfjaar, wordt Boven het dal door zijn dochter uitgegeven. Len las dagboek dat Nescio tien jaar lang consciëntieus bijhield en werd er gaandeweg door gegrepen.
Zicht krijgen op God bij Nescio lukt niet. Knuvelder besteedde er in zijn laatste druk aandacht aan. Conclusie: het inconsistente beeld bestaat door Nescio zelf.
Aanroepingen die hij gebruikt, bijv. Goddank, zijn vooral uit effectbejag. Zijn ‘God van Nederland’ komt er niet best af. In zijn correspondentie met Agnes Maas schrijft hij over ‘Brave burger God’. ‘Laat me zelf een verhaal vertellen.’ Op zestienjarige leeftijd blijkt uit zijn boek De Voetreiziger dat hij een ‘Ietsist’ is.
Met de andere God uit de Titaantjes kan hij zich vereenzelvigen. Bij scheppen/schrijven krijg je ook een godsgevoel. Die andere God manifesteert zich in de natuur, vooral in zijn Natuurdagboek als mystieke ervaring. Die andere God is eenwording en bezieling. Hij verlangt ernaar terug. Hij is gegrepen en heeft het gevoeld, maar krijgt het niet terug en mislukt erin. ‘We hebben ons uitverkoren gevoeld, de Titanen, maar God is te groot voor ons.’ De mens is speelbal. We kunnen God in onszelf ervaren, maar ook om ons heen. Nescio ervaart het zo in de natuur.
Maurits Verhoeff vraagt zich af of Nescio mysticus was. Anders dan de neoromanticus gebruikt hij eenvoudige taal. Een mysticus wil iets voor anderen betekenen. Nescio verandert niet, volgt geen nieuwe weg en is niet de sociaal bewogen man geworden die hij op vijftienjarige leeftijd leek te worden. De mysticus zegt: het gaat me te boven. Nescio heeft geen nieuwe woorden gebruikt.
Kun je Nescio christelijk noemen? Hij geniet van de natuur, maar hij mist het sociale element en vergeving en verzoening blijven achterwege. Hij is eerder Boeddhist dan christen.
Het doel was om zicht te krijgen op God bij Nescio. Conclusie van Len: hij is er nog niet uit.

Uitgaven
Jantje Bazuin schreef Edith Stein, een leven vol hartstocht. In de voorjaarsbrief zal hier aandacht aan worden besteed.
In april jl. werd Rode Papaver van Els Florijn in Houten gepresenteerd.
Liefde in Hongarije van Saskia Schouten kwam onlangs uit.
In het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde verscheen een door Hans Werkman geschreven levensbericht over Jaap Zijlstra.
Het gedicht ‘Gloed’ van Jaap staat op het monument ‘druppel van brons’ in Wassenaar.
Zusterlief, broederlief is eind september gepresenteerd tijdens een bijeenkomst in Culemborg. René dankt de redacteuren Fiet van Beek en Wim Zijlstra voor het vele werk dat zij hiervoor hebben verzet. Fiet ontvangt zijn nieuwe bundel Veertig vrouwen uit de Bijbel.
Data
Verhalendag 11 november 2017
Dichtersdag 10 februari 2018
Voorjaarsvergadering 24 maart 2018

Middag

Jan Groenleer over Waar de morgen gloort en de avond daalt
Kanttekeningen bij enkele cantica
Toen Jan predikant in Woerden was, sprak hij een collega die de getijdengebeden op zijn studeerkamer aanhield. Jan ging dat aan de hand van het Klein Getijdenboek ook doen. Ze deelden hun ervaringen. In Waar de morgen gloort en de avond daalt zijn mijmeringen rond de tekst van drie cantica opgetekend.
Een canticum is een hymne uit de Bijbel, niet behorend tot de psalmen. In de Rooms-Katholieke kerk worden de cantica onberijmd gezongen, terwijl protestanten ze hebben berijmd ten behoeve van de volkszang. In kersttijd is er aandacht voor de lofzang van Zacharias, Maria en Simeon. In kloosters spelen deze cantica altijd een rol tijdens het morgen- en avondgebed en de dagsluiting. In de Middeleeuwen was er acht maal per etmaal getijdengebed. Sinds Vaticanum II is dat teruggebracht naar drie. De liederen danken hun naam aan de eerste woorden in de Latijnse versie.
Het inspringen in de gebeden heeft te maken met het reciteren van de teksten.
Lauden (morgengebed): Lofzang van Zacharias (Benedictus) met antifoon.
De eerste regel is veelzeggend. ‘Geprezen zij de Heer’ is ook in veel psalmen terug te vinden.
In Verlossing uit de macht van onze vijanden en uit de hand van allen die ons haten, wordt Israël bedoeld met ‘ons’. Israël heeft veel ervaren, maar mensen bleven trouw aan de God die zich met hen had verbonden. Dit is zowel voor Israël als christenen ook de context voor vandaag, en op die manier wordt het een tekst voor vandaag.
Vespers (avondgebed): Lofzang van Maria (Magnificat) met antifoon.
Maria krijgt in de rooms-katholieke traditie respect. Elisabeth noemt haar in de Bijbel ‘moeder van de Heer’. Ze zou van protestanten ook meer respect mogen krijgen. Ze is geen godheid, maar wel een gezegende onder de vrouwen. God is een barmhartige God. Broeders zingen over wat er heden gebeurt. Zangers beleven een spannend gebeuren.
Dagsluiting: Lofzang van Simeon (Nunc Dimittis) met antifoon
De avond daalt. De kloostergemeenschap heeft de hele dag geleefd en gewerkt. Voordat de nacht begint willen ze iets goedmaken. Ze eindigen met het aanroepen van Maria. In de vrede van Simeon gaat men naar bed: slapen in geborgenheid van God.
Psalmen is eigenlijk een gebedenboek. Het gaat niet alleen om wat jou invalt. Het is zoals Augustines zei: zingen is dubbel bidden. Woorden van houvast van Godswege aangereikt. Getijdengebeden geven structuur aan je leven.

Website
Clemens wordt bedankt. Hij geeft aan dat de pagina met activiteiten door hem erg laat werd bijgewerkt. De agenda voor de bijeenkomsten zal in het vervolg door het bestuur worden doorgegeven. Leden kunnen bibliografieën aanleveren. Onder 500 jaar reformatie staan gedichten en boeken van leden vermeld.
Najaarsbrief
Jaap van den Beukel wordt bedankt voor het regelen van de nieuwe accommodatie de Witte Huisjes in Bunnik en de uitstekende routebeschrijving. Op alle fronten prima!
Henk Fonteyn verzorgt ‘Mijn Boekenkast’ voor de Voorjaarsbrief.
Eerste Druk
Bij voldoende gedichten en verhalen verschijnt Eerste Druk in het voorjaar. De suggestie wordt gedaan om de gedichten op te nemen die de bundel Zusterlief, broederlief niet hebben gehaald.
De procedure voor deze bundel is soepel verlopen. Anonimiseren van de gedichten kwam de beoordeling door de redactie ten goede. Het boek kan in elke boekhandel worden besteld.
Sluiting met het gedicht Zuster water van Laura Reedijk uit Zusterlief, broederlief.

Verslag: Greetje van den Berg
Foto’s: Dirk Idzinga en Jaap van den Beukel